Een recente storing bij Amazon Web Services (AWS) legde duizenden applicaties stil en wakkert de discussie over de afhankelijkheid van web3 van gecentraliseerde cloudproviders opnieuw aan.
De storing liet zien hoe sterk crypto-platforms nog altijd afhankelijk zijn van Web2-infrastructuur voor systemen die zonder onderbreking zouden moeten werken.
SponsoredHoe een centrale storing gedecentraliseerde systemen lamlegde
Op 20 oktober 2025 viel de AWS US-EAST-1-regio bijna drie uur uit door een DNS-bug in de DynamoDB-service, waardoor duizenden applicaties wereldwijd vastliepen. De storing, die begon rond 07:55 UTC en om 09:35 UTC was opgelost, kwam door een latente softwarefout die een leeg DNS-record creëerde en handmatig ingrijpen vereiste.
De AWS-storing veroorzaakte een kettingreactie en verstoorde grote techplatforms zoals Lyft, Peloton en Roblox. De crypto- en web3-sector werd ook breed getroffen. Coinbase Advanced, een belangrijk handelsplatform, stopte volledig met werken, waardoor gebruikers niet meer bij hun accounts konden en niet konden handelen.
Base, de Ethereum Layer-2 blockchain van Coinbase, kreeg zware vertragingen, waarbij de transactiedoorvoer sterk daalde toen AWS-gehoste infrastructuur uitviel. Andere ecosystemen bleven niet gespaard: Solana had af en toe uitvallende nodes, de gedecentraliseerde apps (dApps) op Ethereum hadden API-storingen en Polygon meldde gedeeltelijke uitval in zijn schaaloplossingen.
Deze gebeurtenis zette de fundamentele belofte van blockchains ter discussie: applicaties bouwen die continu kunnen werken zonder afhankelijk te zijn van één enkele server, bedrijf of overheid. De uitval liet zien hoe single points of failure de web3-visie van onstuitbare applicaties blijven ondermijnen.
“De recente AWS-storing herinnert ons eraan dat de belofte van decentralisatie in web3 niet kan steunen op gecentraliseerde ruggengraten. Elke storing zoals die van AWS laat de kosten van centralisatie zien, niet alleen in downtime maar ook in vertrouwen,” zei Evgeny Ponomarev, medeoprichter van Fluence.
Sponsored SponsoredGedecentraliseerde rekenkracht toont potentie te midden van technische obstakels
Decentralized Physical Infrastructure Networks (DePIN) introduceert een nieuw model voor het leveren van compute-resources. In plaats van te vertrouwen op gecentraliseerde datacenters verbindt DePIN een wereldwijde pool van onafhankelijke aanbieders via een peer-to-peer-marktplaats.
Elke server levert compute-, opslag- of GPU-capaciteit die on-chain wordt geverifieerd voor transparantie. De controle is verspreid, niet in handen van één partij, en het systeem schaalt organisch mee wanneer nieuwe deelnemers aansluiten.
Deze opzet vervangt enorme datacenters in één regio door een verdeling over duizenden onafhankelijke servers. Valt er één uit, dan kan de workload naadloos worden verplaatst naar andere servers of datacenters.
Dit gedistribueerde model zorgt ook voor een duidelijk kostenvoordeel. Door onbenutte wereldwijde compute-capaciteit te benutten, behalen DePIN-aanbieders meer efficiëntie en rapporteren ze vaak kosten die tot 85% lager liggen vergeleken met grote hyperscalers. Zo is Fluence een van meerdere projecten die gedecentraliseerde compute-netwerken ontwikkelen onder het DePIN-model.
Het platform verbindt geverifieerde datacenter-aanbieders die aan gemeenschappelijke compliancestandaarden voldoen, zodat ontwikkelaars workloads kunnen draaien over gedistribueerde CPU- en GPU-resources in plaats van uitsluitend op gecentraliseerde clouds te vertrouwen. Het netwerk van Fluence ondersteunt momenteel general-purpose computing via virtuele CPU’s en GPU-gebaseerde verwerking voor AI en high-performance taken.
Volgens bedrijfsgegevens draait het ongeveer 11.000 virtuele CPU’s en 70 terabyte aan geheugen bij negen aanbieders. Klanten die het netwerk gebruiken zijn onder meer Antier Solutions, NEO Foundation en Nodes.Garden.
Andere DePIN-projecten, zoals Akash Network, Aethir en io.net, volgen vergelijkbare aanpakken voor gedistribueerde infrastructuur, variërend van cloudmarktplaatsen tot grootschalige GPU-aggregatie. Samen laten deze inspanningen een opkomende verschuiving zien naar een meer gediversifieerde compute-laag voor web3.
Op dit moment herdenkt DePIN fysieke infrastructuur, waaronder telecom- en transportnetwerken, energienetten en meer. Zoals vermeld in het recente a16z State of Crypto-rapport 2025 voorspelt het World Economic Forum dat de DePIN-categorie tegen 2028 zal groeien tot $3,5 biljoen.
Sponsored SponsoredHoewel DePIN de directe wereldwijde schaal van een hyperscaler nog niet kan evenaren, maken de open source-fundamenten het veel beter aanpasbaar. Door op open standaarden te bouwen kunnen workloads met minimale frictie tussen meerdere aanbieders bewegen. Ontwikkelaars krijgen echte portabiliteit in plaats van vast te zitten aan de API of het factureringsmodel van één leverancier.
In de praktijk laten gedecentraliseerde netwerken zoals Fluence al zien hoe open source-infrastructuur onafhankelijke aanbieders kan verbinden tot één interoperabel weefsel dat zich als een cloud gedraagt, maar toch volledig draagbaar en transparant blijft.
SponsoredEvgeny legde uit:
“Het doel is niet om AWS van de ene op de andere dag te vervangen, maar om migratie simpel te maken en keuze echt te maken,” zei Evgeny Ponomarev, medeoprichter van Fluence. “Als compute op open protocollen over veel aanbieders draait, houden storingen op systeemfalen te zijn. Het worden lokale gebeurtenissen die het netwerk kan opvangen.”
Dit open cloudmodel over meerdere aanbieders biedt een weg naar veerkracht die gecentraliseerde architecturen niet kunnen evenaren. Naarmate DePIN volwassener wordt, kan het de basisnorm voor betrouwbaarheid herdefiniëren door de cloud zelf open source te maken en migratie zo eenvoudig te maken als het opnieuw uitrollen van code.
