Crash op 10 oktober: is Bitcoin’s droom van ‘digitaal goud’ voorbij?

Vrijdag 10 oktober 2025 gaat de boeken in als de dag waarop Bitcoin zakte voor zijn ‘digitaal goud’-examen. Wall Street kleurde rood: de Nasdaq en S&P 500 daalden met meer dan 3%, terwijl Bitcoin in enkele minuten meer dan $10.000 aan waarde verloor.

Echt goud deed precies wat een veilige haven hoort te doen: standhouden. Het edelmetaal steeg naar een all-time high van ruim $4.000 per ounce en ving de geopolitieke schok moeiteloos op. Crypto daarentegen bood geen bescherming.

Bitcoin en goud leven in twee verschillende realiteiten

Terwijl de wereldwijde markten in een spiraal raakten door Trumps nieuwe 100% tarieven op China en de dreiging van Peking om de export van zeldzame aardmetalen af te knijpen, zochten investeerders hun toevlucht in veiligheid.

Goud steeg als een doorgewinterde veteraan, met stijgende instromen en minimale volatiliteit. Het was het ultieme “ik zei het toch” moment voor de oude wereld.

Ondertussen deed Bitcoin, de zelfverklaarde veilige haven, precies wat risicovolle assets doen als liquiditeit opdroogt: het stortte in.

De Bitcoin koers dook onder de $110.000, met een daling van 8–10% in één sessie. Ethereum en andere altcoins kregen het nog zwaarder te verduren, met verliezen tussen 15% en 30%.

Binnen enkele gewelddadige uren werden longposities ter waarde van $20 miljard geliquideerd op Binance, Bybit en Hyperliquid. Het crypto-ecosysteem bood geen bescherming tegen de storm.

Economische werkelijkheid van de cryptomarkt

Hier is de rauwe waarheid: goud is een passief bezit. Geen rendement, geen hefboom, geen tegenpartij. Het schittert juist wanneer de politiek onrustig wordt, de toeleveringsketens vastlopen en de dollar begint te wankelen.

Bitcoin daarentegen is zwaar gefinancierd en gedraagt zich als een technologieaandeel. Het merendeel van het handelsvolume loopt via hefboomproducten en perpetual futures.

Als er minder geld in de markt zit, reageert Bitcoin niet als goud, maar als een onrustig tech­aandeel.

Vrijdag bewees dat duidelijk. Zodra de wereld overschakelde naar “risk-off”, steeg de correlatie van Bitcoin met aandelen. Technologie zakte — en crypto zakte nog dieper.

Week van de waarheid

Het contrast kon nauwelijks groter zijn. Van maandag tot woensdag bewogen beide assets rond all-time highs: goud tussen $3.970 en $4.060, en Bitcoin piekte op $125.000.

Toen kwam Trumps tariefbom. De Amerikaanse markten kraakten, en het verhaal van de veilige haven werd zwaar op de proef gesteld.

Goud ving de instromen op, maar Bitcoin kreeg de margin calls.

Dat was de dag dat het idee van Bitcoin als ‘digitaal goud‘ instortte.

Is het voorbij?

Betekent dit dat Bitcoin nooit meer met goud vergeleken kan worden? Niet per definitie. Op de lange termijn delen ze dezelfde kenmerken: een beperkte voorraad, decentralisatie en onafhankelijkheid van centrale banken.

Maar in een crisis is het verschil niet filosofisch, maar gedragsmatig: goud vangt paniek op, terwijl crypto die juist versterkt.

De crash van 10 oktober was een realiteitscheck — geen praat, geen hoop, alleen harde cijfers. Goud dempte de klap, crypto versnelde hem.

Dus voordat je Bitcoin weer ‘digitaal goud’ noemt, onthoud dit: verhalen beschermen geen portefeuilles — liquiditeit wel.

Moraal van het verhaal: vergelijking is geen correlatie — en als alles instort, blijft er maar één echt de show stelen.